Een derby staat meestal synoniem aan spanning, zelfs geweld. Wanneer stadsrivalen elkaar ontmoeten, verhogen de autoriteiten de veiligheidsniveaus om onenigheden in te dammen die bijna altijd onvermijdelijk zijn, behalve in... Milaan.
Inter en AC Milan zijn rivalen en strijden om de suprematie van de stad, maar er zijn al meer dan 40 jaar geen botsingen geweest tussen de twee kanten van de barricade. De reden? Een niet-aanvalsverdrag tussen de ultras van elke club dat nog steeds van kracht is.
In 1980, op het hoogtepunt van het hooliganisme in Engeland, verspreidde het geweld zich over het Europese voetbal en Milaan was het toneel van een tragedie. Een 21-jarige Inter-fan stierf in de buurt van het San Siro tijdens confrontaties na de wedstrijd. Het was de aanleiding die de leiders van de ultras aan beide kanten ertoe bracht elkaar de hand te schudden voor een gezondere rivaliteit.
En zelfs als Inter aanstaande maandag kampioen wordt ten koste van AC Milan, zouden er geen confrontaties moeten zijn.
In feite is het genoeg om te onthouden dat vorig seizoen, nadat Federico Dimarco beledigende gezangen had geroepen tegen de Rossoneri-fans na hun uitschakeling in de halve finale van de Champions League, de rechtsback het doelwit was van een niet-zo-vreedzame boodschap: "Dimarco, concentreer je op het spelen, of we laten je je tong inslikken". Er werd gevreesd dat de spanningen zouden escaleren, maar de Curva rossonera loste de kwestie uiteindelijk op en de speler bood prompt zijn excuses aan.
"Dit pact bestaat al 40 jaar en het is een garantie voor iedereen, anders zou Milaan een slagveld zijn," verklaarde Marco Ferdico, leider van Inter's Ultra.
