Barcelona heeft 64 punten. Dat zijn er acht minder dan koploper Real Madrid dat zaterdag met 4-2 won van Osasuna. Atlético staat vijfde met 55 punten.

Bij Barcelona ontbrak de geblesseerde Frenkie de Jong. Atlético-coach Diego Simeone had ook geen basisplaats voor Memphis Depay, die net als Antoine Griezmann op de bank begon. Beide ploegen wisten zich halverwege de week te plaatsen voor de kwartfinales van de Champions League. Atlético deed dat pas na strafschoppen.

Kansen

De eerste grote kans was voor Pablo Barrios van Atlético. Aan de andere kant kopte Robert Lewandowski naast en schoot Fermín López op doelman Jan Oblak. Uitgerekend João Félix, door Atletico aan Barcelona verhuurd, schoot na voorbereidend werk van Lewandowski vlak voor rust de openingstreffer binnen. De Portugees had in het onderlinge treffen in Barcelona in december al voor de enige treffer gezorgd.

Simeone bracht aan het begin van de tweede helft aanvallende krachten met Griezmann en Depay. Het was Lewandowski die echter trefzeker was. De Poolse spits van Barcelona draaide goed weg en schoot in de verre linkerhoek raak. Atletico werd gevaarlijk met een schot van Marcos Llorente, maar doelman Marc-André ter Stegen stopte dat en ook de rebound van Depay. López kopte kort later de derde treffer binnen.

Het werd in de slotfase nog erger voor Atlético toen Nahuel Molina met rood van het veld moest. Hij had de doorgebroken Vitor Roque neergehaald. Uit de vrije trap wisten de bezoekers niet meer te scoren.