De 48-jarige O’Sullivan schreef de Masters al zeven keer op zijn naam, maar was niet te spreken over de staat waarin de zaal verkeerde. Ally Pally werd in 1865 gebouwd en het toernooi wordt er sinds 2012 afgewerkt. 

“Ik hou niet van deze plek, ik vind het smerig. Alles is smerig. Het is koud, zeer koud. Ik moet constant een jas aan,” zei de nummer één van de wereld, ook wel bekend als The Rocket, nadat hij in de kwartfinale Barry Hawkins met 6-3 opzij had gezet.

“Ik ben een opgeruimd persoon en als ik hier kom gaan mijn nekharen recht overeind staan. Ik kan niet wachten om te vertrekken. Ik vind het hier niks. Ik vind het walgelijk. Je moet over parkeerplaatsen heen, er zijn vuilnisbelten. Ik word er eerlijk gezegd niet goed van.” 

Sinds 2008 wordt ook het WK darts in Alexandra Palace gehouden. Eerder deze maand versloeg de Engelsman Luke Humphries in de finale zijn 16-jarige landgenoot Luke Littler en won zijn eerste wereldtitel.

Reactie WST

De World Snooker Tour (WST) reageerde op de uitlatingen van O’Sullivan: “We werken samen met Alexandra Palace om zo goed mogelijke voorwaarden te creëren voor de spelers, zowel aan de tafel als weg daarvan. Alle andere spelers hebben zich positief uitgelaten over de plek. De fans vinden het geweldig. Dat wordt onderstreept door het aantal verkochte kaartjes en het feit dat alle normale toegangskaarten al voor het toernooi waren uitverkocht.”

O’Sullivan neemt het aanstaande zaterdag in de halve finale op tegen de 41-jarige Shaun Murphy, die met 6-3 van Jack Lisowski won.