Nathan Aspinall 2-6 Danny Noppert
De eerste Nederlander die het tegen een Premier League-speler op mocht nemen was Danny Noppert. De nummer zeven van de wereld stond tegenover de nummer vier, Nathan Aspinall. The Freeze was dominant en versloeg Aspinall door hem slechts één keer zijn eigen leg te gunnen. Onder andere een 12-darter en een 11-darter, met een 3-dart gemiddelde van 95,68 tegenover 88,38 en een checkout percentage van 40 tegenover 28,57 waren ruimschoots voldoende om The Asp uit te schakelen.
Peter Wright 2-6 Kevin Doets
Daarna was het de beurt aan World Series-debutant Kevin Doets, die tweevoudig wereldkampioen en nummer acht van de wereld Peter Wright tegenover zich had staan. Doets, nummer 62 van de wereld, had daar geen boodschap aan en maakte er net als Noppert een koud kunstje van om de topspeler uit te schakelen. Hij was twee darts bij een 9-darter vandaan, legde een 3-dart gemiddelde van 98,31 op de mat en gooide zes 180’ers om Snakebite eruit te kegelen.
Gerwyn Price 6-3 Dimitri Van den Bergh
De enige wedstrijd zonder Nederlander in actie zag Gerwyn Price het opnemen tegen Dimitri Van den Bergh. Die beide spelers hadden geen World Championship achter de rug om over naar huis te schrijven, maar dat was aan de kwaliteit die zij produceerden niet te zien. Price gooide een 3-dart gemiddelde van 103,43 met drie 180’s, Van den Bergh 102,43 met vijf 180’s en liefst 13 keer 140+. Price trok de overwinning naar zich toe doordat zijn checkouts beter op orde waren. Hij gooide 75 procent uit, zes van de acht, terwijl Van den Bergh dat met slechts drie van de 10 kansen lukte. Het werd dan ook 6-3 voor The Iceman.
Michael Smith 3-6 Gian van Veen
Gian van Veen mocht daarna aantreden tegen wereldkampioen-af Michael Smith, derde op de wereldranglijst. Hij gooide een goede wedstrijd en won met 6-3, hoewel hij werd geholpen door het feit dat Smith niet zijn beste pot had, ondanks een 127 checkout. Van Veen werd in de derde leg gebroken, maar won de volgende vijf legs, waarna Smith niet meer in de buurt kon komen. De Poederoijenaar had een 3-dart gemiddelde van 90 en 37,5 procent op de checkouts, Smith kon daar niet meer dan 88,22 en 30 procent tegenover zetten.
Rob Cross 5-6 Raymond van Barneveld
Daarop volgde de spannendste wedstrijd van de avond. Raymond van Barneveld en Rob Cross speelden een ware thriller en deden weinig voor elkaar onder. Twee breaks aan weerszijden zorgden dat de stand 5-5 was en de 11e leg de beslissing ging brengen, waarin Cross mocht beginnen. Hij mocht uitgooien op 96, terwijl Van Barneveld op 24 was gekomen. Voltage raakte de triple 20, maar miste twee matchdarts op dubbel 18, waarna Van Barneveld niet faalde op dubbel 12, onder luid gejuich van de gevulde Maaspoort. Dat was tekenend voor de manier waarop Barney de overwinning opeiste, hij gooide 75 procent op de checkouts, tegenover 25 procent van Cross.
Luke Littler 6-2 Dirk van Duijvenbode
Dirk van Duijvenbode was de volgende Nederlander die een topspeler ging proberen te verslaan. Hij had het wonderkind Luke Littler tegenover zich, maar kon de prestatie van zijn vier voorgaande landgenoten niet reproduceren, het werd 6-2 voor de 17-jarige Brit, die afsloot met een fijne 150-finish. Een masterclass was niet nodig, want Van Duijvenbode was nog altijd niet de oude. Littler gooide een gemiddelde van 90,85 en brak driemaal. Aubergenius zette daar een tegenvallende 82,66 tegenover en wist één keer te breken.
Luke Humphries 6-0 Jermaine Wattimena
De wedstrijd tussen de kersverse wereldkampioen Luke Humphries en Jermaine Wattimena was de minst spannende van de avond, in een whitewash gunde de Brit Wattimena geen leg. Hij gooide een 3-dart gemiddelde van 93,94 tegenover 82,48 van The Machine Gun, die vier keer een pijl op de dubbel miste.
Michael van Gerwen 6-1 Vincent van der Voort
De laatste wedstrijd van de avond garandeerde dat nog een Nederlander zich zou aansluiten in de kwartfinales. Vincent van der Voort had bijna drie maanden geleden zijn laatste wedstrijd gespeeld en dat was aan hem af te lezen. Hij trad aan tegen Michael van Gerwen en wist één leg in huis te houden. Van Gerwen hoefde weinig moeite te doen en had een 3-dart gemiddelde van 94,06 tegenover 83,42 van Van der Voort.